Onderwijs in de brugklas

Tweejarige brugklas

In de overgang van groep 8 naar de brugklas is nog niet altijd duidelijk welk niveau precies bij een kind past. Op De Dijk nemen we de tijd om, samen met onze leerlingen, uit te zoeken waar zij het best op hun plek zijn.

Opstromen

Elke leerling blijft in principe de eerste twee jaar in dezelfde combinatieklas, maar al tijdens deze brugperiode, in een basis/kader-, kader/mavo- of havo/vwo-klas, is het mogelijk door te stromen naar een hoger niveau.

Daarnaast bieden wij bij elke opleiding de kans extra vakken te volgen. Het diploma krijgt daardoor meerwaarde en de leerling laat zien wat hij echt kan.

Kleine klassen

In de meeste gevallen zitten er niet meer dan 24 kinderen in een brugklas. Dat zorgt voor rust, je wordt gezien en je leert iedereen kennen. Docenten kunnen je de persoonlijke aandacht geven die je nodig hebt. Op deze manier krijg je het onderwijs dat het beste bij je past, met de beste resultaten. Leerlingen zitten meestal twee jaar in dezelfde klas.

Vakken in de brugklas

  • aardrijkskunde
  • geschiedenis
  • podiumkunsten (muziek, dans, theater)
  • biologie
  • handvaardigheid
  • Nederlands
  • tekenen
  • Engels
  • maatschappijleer
  • wiskunde
  • Frans
  • lichamelijke oefening

Leergebieden

In de onderbouw wordt gewerkt in leergebieden. Dit betekent dat vakken die veel met elkaar te maken hebben, samenwerken en zoveel mogelijk onderwerpen gezamenlijk aan de leerling aanbieden. Zo werken de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, economie en maatschappijleer samen in het leergebied Mens & Maatschappij en werken de vakken natuurkunde, biologie en verzorging samen in het leergebied Mens & Natuur.

In totaal worden zeven leergebieden aangeboden:

  • Mens & Maatschappij
  • Mens & Natuur
  • Kunst & Cultuur
  • Bewegen & Sport
  • moderne vreemde talen
  • wiskunde
  • Nederlands

Het ministerie van Onderwijs heeft bepaald welke doelen elk leergebied moet behalen. Deze zogenaamde kerndoelen worden in het basisprogramma aan de leerlingen aangeboden. Het basisprogramma van de onderbouw geldt voor alle leerlingen, maar dit betekent niet dat alle leerlingen dezelfde stof krijgen aangeboden. Het niveau waarop de kerndoelen worden behandeld, verschilt per schoolsoort.

Naast het reguliere programma heeft SG De Dijk ook een PLUS-programma. In het plusprogramma is extra aandacht voor alle vaardigheden die de leerling later nodig heeft om een goede plek te vinden in de maatschappij.